Afgelopen zaterdag bezocht ik De Digital Summit van het Netwerk Digitale Samenleving van GroenLinks-PvdA, en dat was een uitstekend georganiseerde en inspirerende bijeenkomst in mijn hometown Zwolle (waar ik voor het eerst in, ik geloof 30 jaar, de buitensoos weer eens van binnen zag).
Maar (of “en”?) de bijeenkomst was ook opvallend eensgezind in een anti-big tech sentiment.
Ik ben voor meer “digitale soevereiniteit” en minder afhankelijkheid van de Amerikaanse cloud, maar het gesprek mag zich m.i. nog ontwikkelen van afkeer naar alternatief. Ik proef nu veel enthousiasme om weg te gaan van iets (en soms neigt dat enthousiasme naar een wat triomfantelijk/smalend enthousiasme), maar nog weinig duidelijkheid over waarheen dan.
De wat theoretische usual suspects komen vaak terug:
- de niche-alternatieven zoals Fairphone en Mastodon, die resoneren bij de al overtuigde minderheid, maar nog weinig aantrekkelijk lijken voor de gemiddelde gemeenteambtenaar in Lutjebroek
- De “het kan wel!” n=1-verhalen van bedrijven die al “volledig open source/self-hosted draaien” (vaak getekend: een MKB IT-bedrijf van hacker-idealisten met een overvloed aan systeembeheerder-hobbyisten)
- De enthousiaste ondernemers die maar wat graag een nationale digitale infrastructuur en/of digitaal platform voor Nederland willen bouwen (snap ik 🤑)
Bovendien, door politieke en ethische bezwaren tegen big tech te blijven benadrukken riskeren we om techneuten (waar ik mezelf, zie afbeelding, even toe reken) te vervreemden. In mijn vakgebied (IR/NLP) is de samenwerking met big tech (ook academisch) intensief. Dat ecosysteem wordt nog steeds gezien als dé plek om te leren, voor bleeding edge onderzoek, en het technisch meest uitdagende werk. Als we die “technische” context negeren, verliezen we misschien wel de mensen die we nodig hebben om onze wolken aan de horizon te bouwen.
Unpopular opinion in 2025, maar big tech doet een hoop ook niet slecht. De schaalbaarheid, de voordelen van centralisatie, en de daaruit voortvloeiende efficiëntie. Als we straks allemaal onze eigen cloud moeten bouwen en draaien, onze eigen AI-modellen moeten trainen en hosten, dan rijst de energievraag pas echt de pan uit. Denk ook aan ‘frictionless’ design, de implementatie van compliance-vraagstukken, of spamfilters die echt werken (ja, Google/Microsoft “leest” daarvoor al je mail!).
Het enthousiasme (“hoera, weg van big tech”) kan zomaar omslaan in frictie en teleurstelling, zodra we verdwalen in de ons opgelegde fediverse, of gedwongen moeten werken in on-affe jaren ‘90 Centric software.
De aangenomen moties rond de initiatiefnota “Wolken aan de horizon” zijn een mooi startschot, geen eindpunt. We moeten dit momentum benutten om iets op te zetten dat niet alleen maatschappelijk wenselijk is, maar ook technisch geloofwaardig!